Inspraak Aanpak Binnenstad 13-03-2024
Commissie Stadsontwikkeling
Rogier Noyon, Voorzitter van de Vereniging Voordestad
Een maand geleden zat ik klaar om hier in te spreken bij uw commissie, maar kreeg ik van de griffie te horen dat de vergadering niet doorging omdat er ‘te weinig animo’ was onder de commissieleden. Ronduit teleurstellend. Niet voor mijn inspreken, maar voor het onderwerp, de aanpak binnenstad. Staat u er werkelijk zo in: weinig animo? Niet belangrijk genoeg? Of legt u het moede hoofd in de schoot?
Dat laatste doen wij van Voordestad in ieder geval niet. Daarvoor houden wij te veel van die unieke binnenstad. Maar ik geef toe: het is de vraag waar je de motivatie vandaan moet halen. Van de week nog gaf ons bestuurslid Guusje ter Horst aan dat ze aftreedt, omdat ze de inertie en onverschilligheid van het gemeentebestuur niet langer dragelijk vindt. De moed opgegeven dus. Jammer!
En inderdaad: de meerderheid van de Amsterdammers vindt de binnenstad achteruit gaan, en de bewoners van de Wallen zijn nog het meest negatief van allemaal. De leefbaarheid verslechtert en de overlast neemt toe. In het uitvoeringsprogramma Aanpak Binnenstad wordt geconcludeerd dat we er met de 76 in uitvoering zijnde maatregelen niet komen, en dat er grotere stappen moeten worden gezet. De wethouder heeft zich in soortgelijke bewoordingen uitgelaten. Grotere stappen dus.
Deugt er dan niets van het programma? Jawel, we moeten erkennen dat het een proces van jaren is. En er zijn maatregelen waarvan de bewoners het effect onmiddellijk merken. Neem het blowverbod of de beperking van de openingstijden op de Wallen of de BIBOB screening van winkels in de Hoogstraten, het sluiten van toeristenwinkels, allemaal dingen die de komende jaren moeten worden voortgezet, omdat ze wel degelijk verschil maken.
Maar die grote stappen zijn het niet. En het is op dat punt dat ik u dringend vraag om u open te stellen voor die grote stappen. Tot nu toe is dat niet gebeurd. Al jaren bepleiten wij een tweetal maatregelen waar u voor terugdeinst: ten eerste het verplaatsen van de prostitutie, niet naar een erotisch centrum, maar naar binnen. Achter de gordijnen. De sekswerkers verklaren keer op keer dat zij geen overlast veroorzaken, en in strikte zin is dat waar. Maar zij fungeren wel als etalages, uithangborden, voor de seksindustrie. Ze zijn het zichtbare teken van een ‘red light district’, waar duizenden en duizenden toeristen op af komen.
De andere maatregel is invoering van het i-criterium. U voelt daar in meerderheid niet voor. Terwijl van de week nog Duitsland het goede voorbeeld heeft gegeven. Door middel van lidmaatschap van een vereniging kunnen Duitsers legaal cannabisproducten kopen. Maar ben je geen lid, dan niet. Een soort i-criterium dus.
Naar onze mening zijn dit twee van de grote stappen die nodig zijn.
Er is hier iets merkwaardigs aan de hand. Als het gaat om overlast van bedrijven of industrieën als Chemours of Tata kiezen linkse partijen zonder aarzeling de kant van de bewoners. Maar als het om de seks- en drugsindustrie gaat is dat opeens heel anders.
En wilt u deze maatregelen niet, verzin dan wat anders. Wij vinden dat u zich er te gemakkelijk van afmaakt door alles af te wijzen en niet met alternatieven te komen.
Want waar gaat het ten diepste om (ik begin de woordkeuze van onze burgemeester al over te nemen)?
Niet eens om het lawaai, de kots en stront op de stoep, maar om de identiteit van de binnenstad als geheel. Die binnenstad is groter dan de Wallen.
De identiteit van de stad zou een reden moeten zijn voor toeristen om hier naar toe te komen. Maar het werkt helaas andersom: toeristen komen en bepalen de identiteit van de stad. De seks- en drugsindustrie in het Wallengebied is hier het ultieme voorbeeld van. Laten we dit feit in het oog houden als we naar oplossingen zoeken. Terug naar een authentiek Amsterdam graag.